Geen steun voor Coho in huidige vorm

Ook de leden van de Eerste en Tweede Kamer vinden dat het Coho-voorstel moet worden aangepast. Voor geen van de parlementen van het Koninkrijk is de consensusrijkswet acceptabel. Dit blijkt uit het Ipko dat tot en met vrijdag op Sint Maarten plaatsvond. De bijeenkomst werd afgesloten met de ondertekening van een afsprakenlijst. Zo hebben de landen afgesproken dat de Aruba, Curaçao en Sint Maarten pas op 20 mei hun inbreng op de rijkswet hoeven aan te leveren. De deadline stond eerst op aanstaande vrijdag, 13 mei.

De delegaties hebben tijdens het Ipko zes aandachtspunten geformuleerd.

1. De vrije keuze van landen voor het aangaan van onderlinge regelingen en de te kiezen vorm, temeer daar het in het beginsel autonome landsaangelegenheden betreft.
2. De positie en rol van de Staten en de Staten-Generaal bij de tot standkoming van consensusrijkswetten.
3. Het verschil in rechtsgrondslag tussen consensusrijkswetten en overige rijkswetten en onderlinge regelingen.
4. Dialoog, onderlinge afstemming en een open en respectvolle verstandhouding dienen voorop te staan bij het verkrijgen en behouden van consensus.
5. Het vaststellen van de termijn genoemd in artikel 16 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden voor het uitbrengen van schriftelijk verslag door het vertegenwoordigende lichaam van het land, waarin de regeling zal gelden.
6. Het belang van onderlinge afstemming en dialoog tussen volksvertegenwoordigers voorafgaand aan en tijdens de formele wetsbehandeling in de Staten-Generaal.