door Nieuwsredactie Op 28-11-2024
Staatssecretaris Szabó informeert Kamer over gevolgen aflopen
subsidies Caribisch Nederland
Op 1 januari 2025 loopt een aantal aanvullende subsidies voor inwoners van
Bonaire, Sint Eustatius en Saba af. Het gaat om de energietoelage voor minima
en bijdragen voor elektra en drinkwater. Deze subsidies waren een tijdelijke
tegemoetkoming in de kosten voor levensonderhoud, naast het verhogen van
het minimum inkomen.
In een brief aan de Tweede Kamer informeert staatssecretaris Szabó dat het kabinet
ziet dat de kosten voor nutsvoorzieningen zullen stijgen. Het gaat om een stijging van
minimaal $ 40 voor elektra en $6 voor water. Voor de energietoelage zou het gaan
om ongeveer $108 per maand. De stijging blijft echter beperkt, omdat een aantal
subsidies in 2025 wel doorgaan. Zo blijft de toelage voor internet en telefoon voor
huishoudens met een minimuminkomen behouden en zijn er middelen om openbaar
vervoer mogelijk te maken. Naast de hogere minimumlonen zijn ook de
werkgeverspremies verlaagd.
Het kabinet is bovendien van plan nadere maatregelen te nemen om minima op de
eilanden te ondersteunen. In het voorjaar besluit het kabinet op welke manier de
resterende koopkrachtmiddelen efficiënt kunnen worden ingezet. Hiervoor heeft het
kabinet in totaal 9,5 miljoen euro extra gereserveerd. Hiermee kunnen vanaf het
voorjaar de meest nadelige effecten van de kostenstijging voor met name de minima
worden opgevangen. Het kabinet stuurt later dit jaar een brief naar de Kamer met de
kabinetsreactie op het rapport van de commissie Sociaal Minimum Caribisch
Nederland.
Amendementen bij begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties
In dezelfde brief reageert de staatssecretaris op drie voorgestelde
begrotingswijzigingen. Het gaat om twee amendementen om de tijdelijke subsidies te
behouden door meer geld te stoppen in het BES-fonds. Eén amendement betreft het
overhevelen van 800.000 euro van de uitvoeringskosten voor het programma
slavernijverleden naar de Koninklijke Marechaussee (KMar).
Staatssecretaris Szabó raadt de eerstgenoemde amendementen af, omdat een deel
van de aflopende subsidies niet bekostigd worden uit het BES-fonds. Bovendien
betekent het weghalen van deze middelen (7 miljoen euro) uit de begroting van
Koninkrijksrelaties, dat ander beleid dat ook belangrijk is voor de eilanden niet kan
worden uitgevoerd. Verder laat de bewindspersoon weten dat hij van plan is de
benodigde middelen voor capaciteitsuitbreiding van de KMar uit zijn eigen begroting
te bekostigen als de KMar daar een beroep op doet.