Land in het gelijk gesteld in rechtzaak over voormalig Curaçaohuis
door Redactie Op 15-08-2018
Curaçao is door de rechter in Den Haag volledig in het gelijk gesteld in een rechtszaak die door twee Amsterdamse onroerendgoedhandelaren was aangespannen. De twee eisten de monumentale panden aan de Badhuisweg in Den Haag op waar het Curaçaohuis was gevestigd. Bovendien claimden zij een inmiddels tot circa 3 miljoen euro opgelopen vergoeding, aldus koninkrijkelaties.nu. De projectontwikkelaars beriepen zich op een ‘concept verkoopovereenkomst’ die ze in september 2015 met toenmalig gevolmachtigde minister Marvelyne Wiels (Pueblo Soberano) hebben gesloten. In het document werd het voorbehoud gemaakt dat de panden pas geleverd zouden worden nadat de Staten daar mee instemden. De overeengekomen verkoopprijs van 2,9 miljoen euro riep vragen op. Enkele jaren eerder waren de drie stadsvilla’s op stand nog getaxeerd op ruim het dubbele. Onmiddellijk deden geruchten de ronde dat de toch al zeer omstreden Wiels – tegen haar liepen diverse onderzoeken wegens vermeende fraude en wangedrag – een deal had gesloten waar ze zelf niet slechter van zou worden. Achtereenvolgende regeringen legden de verkoop niet voor aan de Staten waarop de conceptovereenkomst keer op keer werd verlengd, de laatste keer tot 15 juni 2017. Om het risico te vermijden dat het Land gedwongen zou kunnen worden de panden alsnog te leveren zegde huidig gevolmachtigde minister Anthony Begina de overeenkomst op. Prompt stapten de kandidaat-kopers naar de rechter. In september namen de Staten ten overvloede het besluit geen goedkeuring te hechten aan de voor het Land onvoordelige conceptovereenkomst.
Foto Antilliaans Dagblad (Curaçaohuis Badhuisweg)