Rhuggenaath: “Samenwerking en aanwijzing gaan niet samen”

Tijdens een vergadering in het parlement over de financiële situatie van Curaçao heeft minister-president Eugene Rhuggenaath gisteravond nogmaals benadrukt dat hij hij het betreurt dat Nederland een aanwijzing wil opleggen aan Curaçao.

De twee landen stonden op het punt een samenwerkingsakkoord te tekenen. Dat heeft Curaçao afgezegd. Rhuggenaath stelde gisteren dat Nederland zowel een aanwijzing wil als een samenwerkingsakkoord. Maar volgens hem zijn die twee niet te combineren.

Het Curaçaose parlement heeft gisteren met algemene stemmen een motie aangenomen tegen de mogelijke oplegging van een aanwijzing. Volgens het parlement zou een aanwijzing zeer nadelig voor Curaçao zijn en ook onverantwoord vanwege de al slechte economische situatie. Het parlement wil dat de regering haar partners in het Koninkrijk informeert over de onwenselijkheid van een aanwijzing.

Komt die aanwijzing er toch, dan beschouwt het parlement de Rijkswet Financieel Toezicht niet meer als geldig voor Curaçao en gaat het zijn eigen Begrotingskamer oprichten.