Curaçao gaat in beroep tegen aanwijzing

De Regering van Curaçao heeft eind vorige week officieel per brief het koninklijk besluit ontvangen dat is opgesteld na de beslissing van de Rijksministerraad op 12 juli om Curaçao een aanwijzing te geven op basis van de Rijkswet financieel toezicht. Curaçao zal hiertegen in beroep gaan en heeft hiervoor dertig dagen de tijd. Zo is gisteren officieel bekend gemaakt. Het in beroep gaan tegen de aanwijzing gebeurt via een formele beroepsprocedure bij de Kroon. De Regering van Curaçao zal hiervoor een beroepschrift opstellen en indienen. Daarna is het aan de Raad van State om een advies uit te brengen.

Volgens aanwijzing moet de regering van Curaçao het tekort van 112 miljoen op de begroting van 2019 nog dit jaar gecompenseren, zodat er dit jaar geen begrotingstekort ontstaat. Het tweede aspect gaat over de tekorten op de begrotingen van 2017 en 2018 – een totaalbedrag van 169,5 miljoen – die moeten worden gecompenseerd door middel van het creëren van begrotingsoverschotten in de jaren 2020, 2021 en 2022. Als derde moeten de kortlopende schulden aan het Algemeen Pensioenfonds Curaçao (APC) en de Sociale Verzekeringsbank (SVB) waarvan de betalingstermijn is verstreken, per 31 december 2022 zijn afgelost.