Den Haag bemoeit zich niet met gevluchte Venezolaanse sergeant

De Nederlandse regering is niet van plan zich te bemoeien met de asielprocedure van een naar Curaçao gevluchte Venezolaanse sergeant van de Nationale Garde van president Nicolás Maduro, meldt koninkrijksrelaties.nu. D66 had minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken gevraagd of de militair in aanmerking komt voor politiek asiel. De partij vindt dat de sergeant niet kan worden uitgezet omdat dat in strijd zou zijn met het Mensenrechtenverdrag en vroeg de bewindsman de autoriteiten in Curaçao bij te staan bij de afwikkeling van de asielaanvraag. Blok wijst er op dat het een landsaangelegenheid van Curaçao betreft. Het land is aangesloten bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Nederland biedt waar mogelijk ondersteuning aan de autoriteiten op Curaçao met kennis en expertise op het terrein van migratie, aldus de minister.

Blok meldde verder dat tijdens een tweedaagse conferentie van de EU en de gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caribische staten (CELAC) wel gesproken is over de ‘zorgwekkende situatie’ in Venezuela, maar dat er geen concrete afspraken zijn gemaakt. ,,Landen met een andere lezing van de situatie, zoals Cuba, Nicaragua en Venezuela zelf, maken ook deel uit van de CELAC, hetgeen samenwerking op dit terrein bemoeilijkt”, aldus Blok. De situatie in het land blijft zijn volledige aandacht hebben, verklaarde hij.