Procureur-Generaal seponeert aangiftes Cooper en Schotte tegen mede-Statenlid Plet
door Redactie Op 24-05-2018
Het Openbaar Ministerie heeft de aangiftes van Statenleden Schotte en Cooper tegen Statenlid Plet beoordeeld. Daarbij is de vraag onderzocht of de aangifte van Plet op 18 februari 2017 wegens poging omkoping een valse aangifte betrof en of Plet door het indienen van de aangifte smaad en laster jegens Schotte en Cooper heeft gepleegd. Het Openbaar Ministerie is tot de conclusie gekomen dat niet kan worden vastgesteld dat de aangifte van Plet vals was, omdat de aangifte op meerdere onderdelen door onderzoeksbevindingen wordt ondersteund, zoals camerabeelden, historische telefoongegevens, telefoonberichten, en getuigenverklaringen. In meerdere verklaringen wordt bovendien bevestigd dat Plet wel is benaderd om te kijken of hij bereid was afstand te doen van steun aan de regering Koeiman dan wel over te stappen, alleen op het punt van het aanbieden van geld is er onvoldoende bewijs. Voor laster en smaad, het opzettelijk aantasten van de eer en reputatie van Schotte en Cooper, is eveneens onvoldoende bewijs. De Procureur-Generaal heeft daarom de aangiftes geseponeerd.